Het belangrijkste is voor de ogen onzichtbaar
Rafke
Verscheurende rauwe ruwe kreten deden mijn stappen en mijn hart nog versnellen toen ik de eerste keer bij je kwam.
Je was een mooie grote baby maar je gezichtje was verkrampt van pijn van de druk in je schedel en je lichaam stond plankhard, stijf van de meningitis.
Zo mocht ik je voor het eerst verluieren en een papje geven. Het was niet zo gemakkelijk.
Ik probeerde je te sussen; je reageerde en luisterde toen ik je zacht toesprak. Ons eerste contact was gelegd.
“ Blijft gij erbij als wij hem prikken?” vroeg de arts.
“JA”, ik wil weten, voelen wat hij moet meemaken; wat de dokters, de verpleegkundigen met hem doen. Waarvoor dit? wat nu? en dan? …
Ik wil hem een beetje zachtheid geven tegenover al dit ruwe, fluister hem lieve woordjes toe, aai hem en wil zijn pijn wat verzachten.
Er passeerden vele dokters – met weinig uitleg – tot hij dringend, ten einde raad, naar een universitair ziekenhuis werd gevoerd.
Daar bevestigde men de hopeloosheid en probeerde men nogmaals een laatste drainagesysteem dat toch enkele dagen stand hield. Méér kon men ook niet.
Je ging achteruit. Je mama kwam nog even met je kennis maken en bijna afscheid nemen terzelfdertijd. Ik hoopte dat zij met je verbonden bleef gedurende de
week vakantie die daarop volgde en dat je vredig en zonder al te veel pijn zou sterven.
Enkele dagen nadien nam ik afscheid, op mijn manier.
Terug uit herfstvakantie leek de meest kritieke toestand wat voorbij.
Op het einde van de week kon jij het ziekenhuis verlaten maar NIET voor adoptie.
Wij namen je bij ons thuis op voor de laatste comfortzorg. Ja, we wilden er allemaal voor je zijn, die laatste weken …
Maar je wenen werd anders, zachter. Je begon te glimlachen en te genieten van een zachte knuffel en het wrijven op je bolletje. Vele momenten waren moeizaam, je geraakte de winter door met regelmatig aërosol.
Van pap naar fruitpap, en aardappeltjes …Wij zien jou groeien. Wij genieten ervan en jij blijkbaar ook. Je begint onze stemmen te herkennen alhoewel je ons niet eens ziet! Een zacht zonnetje, een fijn briesje doet je stralen en leert ons weerom genieten van heel kleine dingen.
Jij hebt blijkbaar voor het leven gekozen! … alhoewel je zonder hersenen niet levensvatbaar zou zijn, medische beeldvorming ontneemt elke sprankel hoop.
Wij vieren je eerste verjaardag, ja zelfs je tweede na een zeer kritieke periode.
Eten is moeizaam en drinken met de koffielepel. Je dagen zijn gevuld en lang, de nachten kort.
De laatste weken is ieder uur anders – onvoorstelbaar – soms goed, erger of kritiek.
De epileptische aanvallen komen heviger en frequenter, de druk in je hoofdje is niet te stuiten.
En dan maandag, Rafke, na goed pap eten, plots die hevige aanval waarna je in de coma glijdt.
Maar je blijft thuis, gedragen in onze armen, zachtjes omringd door je lievelingsmuziek die papa graag voor je speelt.
Je slaapt rustig in tegen middernacht aan….bij volle maan … voor altijd.
Kleine prins, Rafke, niemand leeft voor zichzelf; niemand sterft voor zichzelf:
“Toen de kleine prins was ingeslapen,
nam ik hem op in mijn armen en vervolgde mijn weg.
Ik was ontroerd. Ik had het gevoel dat ik
een heel broze schat bij mij droeg.
Méér nog, dat er niets kwetsbaarder op aarde bestond,
dan dit kind in mijn armen.
In het maanlicht keek ik naar zijn bleke voorhoofd,
zijn haren, beroerd door de wind, zijn gesloten ogen.
En ik zei tot mezelf: wat ik hier zie is maar schors.
Het belangrijkste is voor de ogen onzichtbaar…“
Uit De kleine prins, A. de Saint-Exupéry
Bedankt lieveling,
Hildegonde en Marcel
de Bakker – Helsen
Emmanuël vzw
Liersesteenweg 292 – 2590 Berlaar
Tel.: 03/482.14. 92
e-mail: emmanuelvzw@skynet.be
www: http://users.skynet.be/emmanuelvzw